Tags

Ik ben over het algemeen niet van het klagen, in elk geval niet in het openbaar. Natuurlijk is het heerlijk om eens flink te zeuren en te klagen en te steunen, maar asjeblieft, ik word gek van mensen die dat dag in dag uit doen, tegen iedereen die ze tegenkomen. Dus probeer ik het zelf ook zo weinig mogelijk te doen. Iets te klagen? Probeer het dan op te lossen en blijf er niet zo negatief over. Altijd het leven beter voordoen dan het werkelijk is, hoeft nu ook weer niet, maar van een zeurtoon word ik echt niet vrolijk.

Maar toch, soms, moet het me even van het hart 🙂 Ik ben nu 38 weken zwanger en alhoewel ik me over het algemeen nog steeds best goed voel, heb ik natuurlijk ook wel pijntjes hier en daar. Niet dat ik dat bij controles bij de verloskundigen zeg, want zij kunnen het toch niet oplossen voor me, maar dat betekent niet dat ik smetteloos door deze zwangerschap heen ga! Hoe verder ik kom in de zwangerschap, hoe vaker ik naar de wc moet. Overdag niet zo erg, maar ’s nachts… mijn buik rekt nu echt goed uit en komt flink onder spanning te staan. Au. Mijn benen doen ’s nachts pijn. Een kussen tussen mijn benen helpt maar een beetje. Er zit ergens een rib niet goed, of wordt verdrukt, weet ik veel, waardoor ik daar nu niet alleen ’s nachts last van heb (steken), maar ook steeds vaker overdag. Veel bewegen helpt vaak wel, maar ja, hoogzwanger en veel bewegen… Ben vaak ’s nachts wakker. Kan me niet meer omdraaien in mijn slaap, maar word er wakker van. Soms spelen de hormonen ineens op en is mijn lontje wel heel kort. Sorry man en kind en andere naasten. Conditie holt achteruit, de kilo’s hollen vooruit. *niet druk maken niet druk maken*
Maar toch, ik probeer altijd positief te blijven: ik heb geen (nou ja: amper) last van mijn rug! Mijn zwakste plek en ik heb er geen last van! En ik ben niet moe! Ja, natuurlijk ’s avonds, maar over het algemeen niet meer dan voor de zwangerschap. En dat vind ik toch zo fijn, dat ik alle andere kwaaltjes maar weer voor lief neem en bedenk dat ze binnen een maand zo goed als weg zijn.

Dan komt er nog het mentale aspect. Regelmatig betrap ik mezelf erop dat ik zenuwachtig ben. Voor de bevalling. Wat dat betreft was de eerste bevalling veel fijner: ik had gewoon geen idee wat me te wachten stond. Nu wel. En daar heb ik geen zin in. Ik heb geen zin in weeën, in de pijn, in hoe ik er na afloop aan toe ben. Ik heb alleen zin in de komst van de baby. Gewoon nu, geen gedoe eromheen, geen herstel, gewoon lekker verder gaan met leven. Maar ja, zo gaat het niet. Als ik een concert heb, kan ik er naartoe leven. Dan weet ik waarvoor ik eventueel zenuwachtig moet zijn en kan ik me er dusdanig op voorbereiden (visualiseren) dat ik het tegen die tijd kan. Zo werkt dat niet bij een bevalling. Ik kan me wel voorbereiden, maar ik weet niet voor welk moment! En dat vind ik toch wel heel lastig: die onzekerheid, het wachten, elke avond denken: zou het vannacht…? Vaak ben ik dus negatief zenuwachtig, maar soms overvalt me het positief zenuwachtige me. Dan denk ik: ‘ja, ik kan het, dit klusje ga ik even klaren!’ De eerste keer heb ik ook overleefd, zo goed als iedereen overleeft een bevalling in Nederland, dus ik natuurlijk ook! Ik weet het, maar ik heb er gewoon geen zin in… Ik hoop dat mijn adrenaline op het moment dat de bevalling zich aandient plaats maakt voor oxytocine. De vorige keer was dat niet echt het geval, maar wie weet nu wel. En kan ik me er beter aan over geven.

Wat dan trouwens ook niet echt bevorderlijk is, is het gesprekje met een verloskundige vorige week tijdens een controle, toen ze de ligging van de baby ging voelen. ‘Je hebt een mooie soepele buik.’ Dank je, dat vond ik zelf ook wel. ‘Dit wordt wel een lang kind’. Och, lang, maakt me niet uit, of ik er nu 48 of 55 cm uit moet persen, het moet er toch uit. ‘Ik denk eerder aan een 8 ponder dan aan een 6 ponder.’ Kijk, dat had ik nou liever niet willen horen, Joris was 4100 gram en dat was best een opgave. ‘En je hebt ook nog mooi ruimte in je buik dat de baby nog wat verder kan groeien.’ En dat al helemaal niet. *zucht*